Doop


HomeOver onsStudies en brochuresDoop

Inleiding

Beste ouders en/of opvoeders,

De reden dat jullie nu dit boekje in handen hebben zal ongetwijfeld zijn dat er in jullie gezin een kindje is geboren. Allereerst willen we, als Vrije Evangelische Gemeente Oldebroek, jullie van harte feliciteren met de geboorte van jullie kind en wensen we jullie Gods onmisbare zegen toe bij de opvoeding. Bij de overhandiging van dit boekje zal ook met jullie gesproken zijn over de doop. Waarom nu dit boekje? Op deze manier willen we uitleggen hoe het laten dopen van jullie kind in zijn werk gaat in onze gemeente.

Rondom de doop zijn er vier contactmomenten tussen jullie als ouders en de Vrije Evangelische Gemeente, met elk een eigen betekenis.

Het eerste contactmoment is het kraambezoek. Eén van de voorgangers van de gemeente komt op visite en zal jullie tijdens dit bezoek dit boekje overhandigen en uitleggen. Ook zal hij met jullie praten over de doop en jullie de data doorgeven van het doopgesprek, de doopzondag en de terugkomavond.

Het tweede contactmoment is het doopgesprek. Tijdens het doopgesprek zal er gesproken worden over de betekenis van de doop. Het is de bedoeling dat jullie, voordat jullie naar het doopgesprek komen, dit boekje goed hebben gelezen en ook de antwoorden op de vragen uit hoofdstuk 4 voor jullie zelf hebben opgeschreven. Over deze antwoorden zullen we dan op het doopgesprek verder praten.

Het derde contactmoment is de doopzondag. In een feestelijke dienst mag jullie kind dan het teken van de doop ontvangen. Tijdens deze dienst zullen jullie als doopouders voor Gods aangezicht en in het midden van de gemeente beloven dat jullie je kind een christelijke opvoeding zullen geven en laten geven.

Het laatste contactmoment is de terugkomavond. Deze avond is bedoeld om samen door te praten hoe we deze doopbelofte kunnen waarmaken, met andere woorden, hoe we invulling gaan geven aan de christelijke opvoeding van de kinderen in de gemeente. De kerkenraad gaat er van uit dat de doopouders bij alle vier contactmomenten aanwezig zijn.

Wat is nu de bedoeling van dit boekje?

Dit boekje is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken. Het 2e hoofdstuk is een leesstuk met onderwijs over de doop en de betekenis daarvan. Het 3e hoofdstuk bevat het doopformulier en de daarbij behorende vragen die gelezen worden en door jullie beantwoord moeten worden voorafgaand aan de bediening van de doop. Het 4e hoofdstuk bevat een aantal vragen n.a.v. het leesgedeelte. Het is de bedoeling dat jullie deze vragen samen overdenken voordat jullie het doopgesprek bezoeken en dat jullie antwoorden op papier meenemen op de avond van het doopgesprek. Het 5e hoofdstuk bevat informatie voor de terugkomavond.

Wij hopen dat dit boekje mag bijdragen aan een bewustwording van de rijke betekenis van de doop voor de leden en vrienden van de Vrije Evangelische Gemeente Oldebroek en voor jullie als doopouders in het bijzonder.

Ds. Kasper Kruithof

Br. Peter Hartkamp

September 2010

 

Onderwijs over de doop

 Sacrament

De protestantse kerken, zoals de Vrije Evangelische Gemeenten, kennen twee sacramenten, te weten doop en avondmaal. Bij doop en avondmaal zegt God dat het beloofde heil voor ons geldt, dat wij in geloof bij doop en avondmaal mogen ontvangen. Doop en avondmaal versterken het geloof en ondersteunen de verkondiging van het Woord.

Doop van volwassenen

Na Zijn opstanding geeft Jezus in Mt.28:19 zijn discipelen de opdracht mee om te dopen: ‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb’. Maar waarom geeft Jezus deze opdracht om te dopen en wat is de betekenis van de doop? Om die vraag te kunnen beantwoorden is het goed om te beginnen bij de doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper. De doop van Johannes was volgens Mc.1:4 ‘de doop der bekering tot vergeving van zonden’. Johannes had van God de taak gekregen om het volk Israël door zijn prediking tot verootmoediging en bekering te brengen. Velen in Israël beleden dan ook hun zonden en bekeerden zich tot God. De doop was dan ook een symbool van reiniging van zonden.

Johannes had niet alleen tot taak om Israël tot bekering op te roepen, maar ook om Israël voor te bereiden op de komst van de Messias. De Messias zou het verbond van God met Israël vernieuwen en herstellen, ook wel ‘het nieuwe verbond’ genoemd (zie Jer. 31:31-34, Ez.36:25).

De Messias is in de persoon van Jezus van Nazareth gekomen om het verbond te vernieuwen en te herstellen. Jezus liet zich door Johannes de Doper dopen. Niet omdat Hij zondig was, maar omdat Hij zich solidair wilde verklaren met de zondige mens. Jezus liet zich volgens Mt.3:15 dopen om alle gerechtigheid te vervullen. Dat is een bijbelse uitdrukking die wil zeggen dat de verbroken relatie tussen God en de mens, door de zondeval ontstaan, wordt rechtgezet en hersteld. Door Jezus’ sterven aan het kruis is alle gerechtigheid vervuld. De doop van Jezus verwijst naar het kruis van Jezus. Door Jezus is het verbond vernieuwd. De weg naar God staat niet alleen open voor Israël, maar voor alle volken: “Maakt alle volken tot mijn discipelen en doopt hen…”. Jezus stelt de doop in als teken van het nieuwe verbond.

Daarom geeft Jezus na zijn dood en opstanding de opdracht om te dopen en zien we dat mensen die tot geloof in Christus komen zich laten dopen. Het boek Handelingen noemt regelmatig mensen die zich laten dopen, zoals de 3000 mensen die met Pinksteren tot geloof komen, de kamerling uit Ethiopië, Paulus, Lydia en haar huis, de gevangenbewaarder van Filippi en zijn huis. De brieven van het Nieuwe Testament gaan dieper op de betekenis van de doop in. Daar zien we dat de doop met verschillende beelden wordt aangeduid. Zo is de doop volgens Gal.3:26-28 een teken van het bekleed worden met Christus en volgens Rom.6:1-6 een teken van het sterven en opstaan met Christus. Al deze beelden wijzen op één en hetzelfde, namelijk op bekering en wedergeboorte. Op het moment dat iemand tot geloof komt, wordt deze persoon wedergeboren, ontvangt de Heilige Geest, wordt bekleed met Christus, sterft en staat op met Christus, en ontvangt vergeving van zonden.

Hoewel de doop wijst op de wedergeboorte, bewerkt de doop niet de wedergeboorte en de vergeving van zonden. Alleen door het geloof in Christus wordt men wedergeboren en ontvangt men vergeving van zonden. De doop is het teken van het geloof in Christus. De doop is dus geen voorwaarde voor het eeuwig behoud, zoals soms wordt beweerd. Wie wel gelooft, maar niet gedoopt is, zal heus niet verloren gaan.

Doop van kinderen en geloofsbelijdenis

De Vrije Evangelische Gemeenten zijn van oudsher kinderdopende gemeenten. In de Beginselverklaring van de Vrije Evangelische Gemeente Oldebroek staat: “Gelovende, dat God niet alleen het verbond opricht met de gelovigen, maar ook met hun zaad, worden de kinderen der gelovigen gedoopt naar het bevel des Heren en treden ze ook als disgenoten tot de tafel des Heren toe, zodra zij het Amen op hun doop hebben gesproken door het belijden van hun en onze Heiland”. Dat de Vrije Evangelische Gemeenten bij hun ontstaan hebben gekozen voor de kinderdoop, komt omdat zij grotendeels voortkomen uit de Nederlands Hervormde Kerk, een kerk die de kinderdoop belijdt.

We lezen niet expliciet in het Nieuwe Testament – zoals dat wel het geval is met volwassenen – dat kinderen werden gedoopt. Vaak wordt verwezen naar de zogenaamde huisteksten (Hand.16:15,33; I Kor.1:16). De vraag of daar kinderen en zuigelingen bij waren, is niet met zekerheid te beantwoorden. Het is echter heel goed mogelijk dat, als hele gezinnen overgingen van het heidendom tot het christendom, het gehele gezin werd gedoopt als markering van deze overgang. Men spreekt dan ook wel van ‘gezinsdoop’.

We hebben al gezien dat de doop het teken van het nieuwe verbond is, dat door Christus is ingesteld. In Gen.17:7 staat dat God met Abraham een verbond heeft gesloten. Als nadere uitwerking van dit verbond sloot God met zijn volk door middel van Mozes een verbond, waarbij Hij hen de Wet gaf om die na te leven.

Het teken van dat verbond met Abraham gesloten is de besnijdenis, waarbij de voorhuid van het mannelijk geslachtsdeel werd weggesneden bij jongetjes van acht dagen oud. Daarmee behoorden de kinderen bij het verbond van God. Dat betekent niet dat je, als je besneden was, ook automatisch behouden was. Ook in het oude verbond gold dat het geloof in God voorwaarde is voor het behoud. Omdat Israël stelselmatig het verbond met God verbrak – door niet de Wet na te leven -, had God beloofd dat Hij het verbond met Mozes zou vernieuwen. We hebben gezien dat dit vernieuwde verbond is ingegaan toen Jezus stierf voor de zonden van Israël en van heel de mensheid. De doop is het teken van het nieuwe verbond, net zoals de besnijdenis het teken is van het oude verbond.

Petrus zegt in Hand.2:38-39 op het Pinksterfeest, als de Heilige Geest wordt uitgestort op de gelovigen: ‘Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die verre zijn’. Deze belofte geldt dus voor Israël, voor de kinderen en nazaten, en voor de niet-joodse volken. Door de bekering tot Jezus en de gave van de Geest aan iedere gelovige wordt de Wet in onze harten geschreven en zijn we veel meer in staat om God te dienen en lief te hebben.

Mensen kwamen tot geloof in Christus en werden op grond van dat geloof gedoopt. En omdat bij de al eerder genoemde huisteksten ook kinderen kunnen behoren, kunnen kinderen worden gedoopt, omdat ook kinderen horen bij het nieuwe verbond en bij de Gemeente van Christus. Maar ook hier geldt dat het niet betekent dat je automatisch gered bent als je als kind gedoopt bent. Ook in het nieuwe verbond geldt geloof als voorwaarde voor het behoud. De gedoopte kinderen zullen dus ook later een persoonlijke keuze moeten maken.

De kinderdoop is een bijzonder gebeuren: Gods handelen gaat vooraf aan de beslissing van de mens. God spreekt in de kinderdoop al zijn toezegging uit dat Hij het gedoopte kind naar Christus wil leiden om later vergeving van zonden en om de Heilige Geest te ontvangen. De belofte wordt in de kinderdoop onderstreept. Het kind wordt gedoopt op grond van het geloof van de ouders en wordt door hen grootgebracht in de christelijke leer. Als het kind volwassen is, kan het zelf de keuze voor Christus maken. Dan kan het belijdenis doen of ‘openbaar belijdenis van het geloof afleggen’. Dan zegt het ‘amen’ op zijn doop, zoals de Beginselverklaring van onze gemeente zegt. Door de belijdenis wordt de kinderdoop bevestigd – God heeft zijn toezegging in de kinderdoop waargemaakt – en daarmee wordt in feite de kinderdoop voltooid. Omdat het element van het eigen belijden van het geloof door de dopeling wel bij de volwassenendoop mogelijk is, maar niet bij de kinderdoop – het kind heeft immers geen besef van de betekenis van de doop en het geloof – is tijdens de Reformatie de geloofsbelijdenis ingevoerd. Door de openbare geloofsbelijdenis wordt men lid van de plaatselijke gemeente van Christus.

Onze gemeente kent naast de kinderdoop ook de volwassenendoop. In het Reglement van de gemeente staat: “De heilige doop wordt bediend aan: volwassenen, die als kind niet gedoopt werden, mits zij tot persoonlijk geloof in de Here Jezus zijn gekomen”.

In het Nieuwe Testament worden bekering, belijdenis van het geloof en doop onlosmakelijk met elkaar verbonden. Iemand die in de tijd van het Nieuwe Testament tot bekering kwam, beleed openlijk zijn geloof in de Heer Jezus Christus en werd op grond daarvan vrijwel onmiddellijk gedoopt. Pas na de doop volgde onderwijs en catechese. Bij ons zijn bekering, geloofsbelijdenis en doop uit elkaar gehaald. Bij de kinderdoop wordt het kind niet gedoopt op grond van zijn eigen bekering en geloofsbelijdenis, maar op grond van de bekering en geloofsbelijdenis van de ouders van het te dopen kind. En als het kind op oudere leeftijd zelf in staat is te geloven en een keuze voor de Heer Jezus te maken, dan wordt hetgeen was toegezegd in de kinderdoop op dat moment realiteit. Dan ontvangt hij de Heilige Geest en vergeving van zonden.

Maar dan zal hij in de gemeente van Christus, omdat de doop gegeven is aan de gemeente, alsnog belijdenis van het geloof moeten afleggen. Volstaan met bekering, ook al is dat het allerbelangrijkste, is niet voldoende. Het persoonlijk belijden zal nog moeten plaatsvinden. Doop, geloofsbelijdenis en bekering horen immers bij elkaar. De doop is immers een toetredingsrite tot de (plaatselijke) gemeente van Christus. Daarom is tijdens de Reformatie de openbare belijdenis van het geloof  ingesteld. Als iemand belijdenis doet, zegt hij ‘amen’ op zijn kinderdoop. Daarmee wordt de kinderdoop bevestigd of voltooid. Kinderdoop zonder openbare geloofsbelijdenis is dus niet  voltooid. Bij de belijdenis worden de handen opgelegd, waardoor je als belijdend en volwaardig lid van de gemeente toetreedt.

In onze gemeente wordt de besprenkeling toegepast, zowel bij kinderen als bij volwassenen. In feite zijn er drie manieren van dopen, zowel bij kinderen als bij volwassenen: besprenkeling, begieting en onderdompeling. De hoeveelheid water dat wordt gebruikt is uiteindelijk niet bepalend voor de waarde van de doop. De waarde van de doop wordt bepaald door het geloof in Christus. Wel kan de manier van dopen door ieder weer verschillend worden gewaardeerd, maar “ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd” (Rom.14:5b). Respect voor elkaars overtuiging en keuze is hier wezenlijk: “Aanvaardt elkander, zoals Christus ons ook aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods” (Rom.15:7). Uiteindelijk gaat het om het geloof.

Plaats en betekenis van doop in leer en leven van gelovigen

Het gaat er in de Bijbel niet zozeer om hoe je gedoopt bent, maar vooral hoe je leeft vanuit je doop. De doop wordt in de Schrift altijd gekoppeld aan de navolging van Christus. Als we in de doop zijn gestorven en opgestaan met Christus, leven we dan werkelijk als mensen van wie de oude mens, de zondige natuur, gestorven is en de nieuwe mens is opgestaan? Als we in de doop met Christus zijn bekleed, leven we dan werkelijk als mensen die met Christus zijn bekleed? Dat geldt zowel voor volwassenen die zich hebben laten dopen, als ook voor ouders die hun kinderen hebben laten dopen. In de doop zal de navolging op één of andere manier gestalte moeten krijgen, anders is de doop een leeg omhulsel geworden. Kunnen mensen in onze levenshouding en levenswandel zien dat wij gedoopte mensen zijn? Het is een groot voorrecht om gedoopt te zijn, maar ook een grote verantwoordelijkheid. Wij zijn er van overtuigd dat de Heer meer kijkt naar ons leven uit de doop dan naar onze doop zelf, hoe belangrijk en waardevol de doop ook is.

Formulier voor kinderdoop 

Bij zijn hemelvaart heeft de Here Jezus gezegd: ‘gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb’. Uit deze opdracht blijkt dat Jezus de doop verbonden heeft aan de verkondiging van het evangelie. Allen die in Hem geloven wordt door de doop de zekerheid gegeven dat zij door Zijn bloed gereinigd zijn van hun zonden. In de doop verbindt de drie-enige God zijn naam aan een mens en geeft Hij ons de zekerheid dat Hij de Vader is, die ons aanneemt tot zijn kinderen en erfgenamen, dat Hij de Zoon is, die Zijn bloed en leven heeft gegeven om ons van zonden te verlossen, dat Hij de Heilige Geest is, die in ons wil wonen en die ons leiden wil.

In de doop wordt ons duidelijk gemaakt dat alleen in Christus de weg tot verlossing en behoud gevonden kan worden. De doop betuigt ons ook dat wij alleen door verlies van onszelf bij Hem en in zijn liefde kunnen blijven. Wij geloven dit voor onszelf en voor hen die ons zijn toevertrouwd. Daardoor mogen ook onze kinderen behoren bij de gemeente die gelooft, en daarom mogen zij als leden van een gelovig gezin gedoopt worden.

De doop is het teken van het nieuwe verbond tussen Christus en de Gemeente en daarmee het teken van Gods genade dat kinderen in de gemeente van Christus zijn opgenomen. Want ook kinderen wil God in zijn oneindig grote liefde opnemen in zijn verbond, zoals Petrus het zei op de eerste Pinksterdag: ‘want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die verre zijn, zovelen als de Heer ertoe roepen zal’.

Toen de Here Jezus op aarde rondtrok, riep Hij de kinderen bij zich, omarmde hen en zegende hen, en Hij zei: ‘laat de kinderen tot Mij komen, en verhindert ze niet, want voor hen is het Koninkrijk van God’. Zo riep Jezus ook jullie kinderen en jullie mochten komen om hen te laten dopen. Deze beslissing verplicht jullie echter, dat jullie je kinderen door onderwijs en voorbeeld zullen begeleiden op de weg die Jezus ons geleerd heeft, opdat jullie kinderen eenmaal Hem als persoonlijke Heer en Verlosser zullen erkennen en aanvaarden, en met ons zullen leven uit en door het geloof.

Aan de ouders worden de volgende vragen gesteld

Geloven jullie dat het evangelie van Jezus Christus, zoals dat in het Oude en Nieuwe Testament beschreven staat, de enige weg ten leven is?

Geloven jullie, dat jullie kind, dat net als wij van nature een zondaar is en daarmee onder het oordeel van God valt, toch in genade aangenomen en geheiligd is, en daarom gedoopt mag worden?

Beloven jullie om jullie kind bij het opgroeien het evangelie van Jezus Christus te zullen leren en naar vermogen voor te leven, voor en met jullie kind te bidden, en jullie kind trouw het bijbelse onderwijs en prediking in de gemeente te laten volgen, opdat jullie kind ook door het geloof de Here Jezus als Verlosser van onze zonden zal aanvaarden, zodat het zich voor altijd aan zijn naam en dienst verbonden mag weten?

Wat is daarop jouw antwoord?

Aan de gemeente wordt de volgende vraag gesteld:

Vrije Evangelische Gemeente te Oldebroek, nu in uw midden deze ouders hun kinderen hebben laten dopen, waarmee zij de verbondenheid met de gemeente tot uiting hebben gebracht, belooft u hen als gezin in uw midden te ontvangen, zoals dat van de gemeente van Christus verwacht mag worden, hen te omringen met uw medeleven, hen te dragen in uw gebeden en belooft u de ouders bij te staan, opdat hun kinderen de Here Jezus als Verlosser van hun zonden zullen aanvaarden en zich voor altijd aan zijn naam en dienst verbonden mogen weten?

Mijn antwoord hierop is ‘ja’. Wat is hierop uw antwoord?

 

 Vragen om te bespreken

  • Heb je nog vragen over hetgeen in de brochure aan de orde is gesteld?
  • Wat is volgens jou de betekenis van de doop? Waarom vind jij het belangrijk dat je kind gedoopt wordt?
  • Een kind wordt gedoopt op grond van de bekering en het geloof van de ouders. Kun je onder woorden brengen wat voor jou die woorden ‘bekering’ en ‘geloof’ betekenen?
  • Wat vind je van de stelling dat de kinderdoop zonder openbare geloofsbelijdenis niet voltooid is?
  • De doop is ook een teken van inlijving in de gemeente van Christus. Waarom vind jij het belangrijk aangesloten te zijn bij een kerkelijke gemeente en welke taak zie je weggelegd voor de gemeente bij de opvoeding van jouw kind?
  • Wat mag de kerkelijke gemeente verwachten van de ouders die hun kind ten doop houden?
  • Wat zou je graag willen bereiken met de opvoeding van je kind(eren)? 

Een christelijke opvoeding

Als voorbereiding op de Terugkomavond is het de bedoeling dat jullie als ouders samen onderstaande vragen thuis bespreken en de antwoorden meenemen naar de Terugkomavond.

  • Hoe zou je graag zien dat het geloof van je kind zich ontwikkelt? Probeer dat eens samen in een gebed voor je kind op te schrijven.
  • Welke aspecten van je eigen geloofsopvoeding door je ouders vind je goed en wat zou je bij je eigen kinderen anders doen?
  • Hoe geven jullie invulling aan ‘bidden en bijbel lezen’ in het gezin? Welke rol kunnen de kinderen hierin vervullen?
  • Hoe kan het geloof in het gezin functioneren als iets fijns i.p.v. iets dat er verplicht bij hoort?
  • Welke verwachtingen hebben jullie van de school en de kerk als het gaat over geloofsopvoeding?
  • Op welke manier zouden ouders van jonge kinderen elkaar kunnen steunen bij de christelijke opvoeding? 

Tips

Om een geschikte Bijbel voor je kind te vinden kun je ook terecht op de website www.kinderbijbels.nl. Deze website is een project van Ark Mission. Het bevat objectieve besprekingen van bijna alle Nederlandstalige kinderbijbels en is bedoeld als hulpmiddel voor ouders en opvoeders om een geschikte Bijbel voor kinderen te kiezen voor de eigen situatie en geloofsovertuiging. Enkele tips:

Peuterbijbels:

  • Bijbel voor de allerkleinsten, Loïs Rock, Callenbach
  • Bijbel voor mij, Anna Carpenter, Ark
  • Peuterbijbel, Juliët David, Ark

Kleuterbijbels:

  • 100 Bijbelverhalen voor jou, Bruce Wilkinson, Vuurbaak
  • 365 Verhalen bijbel, Meg Wang, Callenbach
  • Kijk en Luister (1,2,3), Laura Zwoferink, Den Hertog
  • Kleuterbijbel, Evert Kuijt, Boekencentrum
  • Kleutervertelboek voor de Bijbelse geschiedenis, Anne de Vries, Callenbach
  • Mijn eerste bijbel, Pat Alexander, Vuurbaak

Kinderbijbels:

  • De Bijbel voor jou, J.H. Mulder-v. Haeringen, Medema
  • De Bijbel voor jullie, J.H. Mulder-v.Haeringen, Medema
  • Kinderbijbel, Evert Kuijt, Boekencentrum
  • Kijkbijbel, NBG
  • Startbijbel, NBG

Voor advies op het gebied van geloofsopvoeding is er veel lectuur te verkrijgen. Enkele tips:

  • Schatjes, Evangelische Omroep
  • Dat begrijp je toch wel, J. Nooteboom & B. Vonk, Groen
  • Het spel van de regels, H. v. Dam, Boekencentrum
  • Met kinderen onderweg, M. Bos & H. v. Dam, Boekencentrum
  • Opvoeding die past, H. Algra, Boekencentrum